vrijdag 17 juli 2015




Het is grijs, er valt lichte regen uit de hemel en er staat geen zuchtje wind. We besluiten dat we maar eens vertrekken! Gister was het nog prachtig zeilweer, maar wij moesten nog wachten op een pakketje uit Engeland met wat onderdelen voor de boot. In totaal heeft het drie weken geduurd om een genuaslede van Engeland naar Terceira te krijgen, maar uiteindelijk is het toch echt gelukt.
Op de motor varen we naar het Noord Oosten en aan het einde van de dag varen we onder de dichte bewolking vandaan en nog iets later steekt er zelfs wat wind op.
We zien meerdere haaien, eentje erg groot! Het blijven toch een beetje enge dieren. Ik weet wel dat papa zegt dat ze niets doen, maar dat zei hij ook over een hommel, die hem vervolgens een neus zo rood als die van een clown bezorgde. Sorry pap.
Met de wind in de rug varen we mooi richting Europa. Voor ons zien we twee andere zeilboten. Eén blijkt een stel te zijn waar we een avondje terug nog gezellig wat mee zaten te drinken op het terras. De andere boot is van vrienden van hen. We zoeken contact over de marifoon en maken daar een traditie van. Ieder ochtend en avond zoeken we even contact om te vragen of alles goed gaat, het weer te bespreken en gewoon een klein kletspraatje te doen. Het is verbazingwekkend hoe lang we bij elkaar in de buurt blijven! Soms loopt het wat uit elkaar, maar op de een of andere manier komen we dan toch weer allemaal bij elkaar.
We zien verscheidene walvissen en nog meer haaien. Ook zeevogels laten zich regelmatig zien. We gaan niet zo hard over de grond als door het water, blijkbaar hebben we stroom tegen. Dit verbaast ons, aangezien op de stroomkaart staat dat we hier een klein knoopje stroom mee zouden moeten hebben. We schuiven het af op een onderzeese berg, die lokaal een soort neertje vormt. Het is te gek om te zien dat bij zo een onderzeese berg ook meer leven te bekennen is. Niet alleen zien we meer vogels, maar als ik voor een rondkijk buiten in de kuip stap, zwemmen er twee potvissen vlak naast de boot! We vermoeden dat het een moeder met haar kind is. Eerst zwommen ze sneller dan wij voeren, maar het leek wel alsof ze ons zag en vervolgens voorrang verleende. Echt te gek! Wat een bijzondere dieren. Ergens doen ze me aan dinosauriërs denken. Al is het alleen maar omdat ze zo gigantisch groot zijn en zo'n oerse uitstraling hebben, zeker potvissen.
Hoewel de wind prachtig is, laat de zon ons behoorlijk in de steek. Het blijft maar grijs en motregen vergezelt ons haast iedere dag. Toch durven we hier niet over te klagen. Toen we vertrokken was de voorspelling dat we een paar dagen mooie wind zouden hebben, maar dat die al vrij snel zou verdwijnen, om vervolgens vervangen te worden door zeer lichte winden vanuit allerlei verschillende kanten. Nu hebben we echter prachtige wind in de rug. Ook is de wind niet te hard. We varen veel met de fok te loevert en als de wind daar te hard voor is alleen op een van de fokken. Op een dag maken we wel 162 mijl, een nieuw record voor ons.
Door de bewolking en de kleine maan, zijn de nachten erg donker. Voor wat vrolijkheid luister ik naar de avonturen van Odysseus. Op sommige nachten is het duister echter juist een geschenk. Hoewel we al heel vaak door water met lichtgevende algen zijn gevaren, komen we nu af en toe in gebieden waar het water zo heftig licht geeft als ik me niet had kunnen voorstellen. In de donkere nacht doet het oplichtende water je ogen bijna verblinden en het is een sprookjesachtig gezicht hoe de Deinemeid een pad van licht achter zich laat en links en rechts felgroene kringels in het water tekent. Ik kan er wel uren naar kijken en vaak kan dat ook echt.
Ik bedenk me dat het wel heel bijzonder is hoe iedere oversteek, tot nu toe, totaal zijn eigen kleur en karakter heeft. Waar de westwaartse oversteek vooral uitblonk in overweldigende kleuren aan de lucht en bizar vuurwerk afkomstig uit het heelal, de oversteek van Sint Maarten naar Flores prachtige luchten en spiegelgladde zeeën toonde, zijn het vooral de zeedieren die deze oversteek kenmerken. En waar de tropische golf de eerste oversteek tekende, met harde wind en vooral een ruige zee, was de oversteek naar Flores gekenmerkt door hoge drukgebieden en heel weinig wind, vaak ook nog van voren en nu, tijdens deze oversteek zijn de lage druk gebieden precies zo gepositioneerd, dat we er mooi op mee kunnen liften, maar dat de mutsen nog niet van onze hoofden af waaien.
Zeer tevreden met deze prachtige wind, geven we weinig om het minder mooie weer en trekken gewoon wat meer kleren aan.
Marijn is net op wacht en ik lig bijna te slapen als hij me roept: 'Sanne! Pilot whales!'. Hoewel ik behoorlijk moe ben, ga ik toch maar even kijken. Gelukkig, ook als ik buiten kom, zijn ze nog te zien, dat was ook wel eens anders. Tevreden kruip ik weer mijn bedje in om nu dan echt wat slaap te pakken. Maar dan, een paar minuutjes later, roept Marijn me weer: 'Er lijkt geen einde aan te komen!'. Als ik buiten kom, het is net licht, zie ik het ene na het andere groepje boven komen. Volgens mij is de Nederlandse naam voor deze dieren griend. Het zijn kleine walvissen, maximaal een meter of 7, ze zijn zwart of donker grijs en sommige hebben een ronde witte stip, net achter hun spuitgat. Ze hebben een stompe kop en vin, een horizontale staartvin en zwemmen statig. Toch lijkt het alsof ze het af en toe niet kunnen laten een speelse zigzag voor de kop langs te maken. Binnen hoor je ze zingen: wieuuuw, wieuuuw. Zo gaat het door voor meer dan een uur. Honderden grienden trekken aan ons voorbij, meestal aan stuurboord, maar later ook aan bakboord. Ze duiken zo dicht naast de boot op dat je ze wel zou kunnen aanraken. Als ik dat probeer, roept Marijn me verschrikt toe dat alsjeblieft te laten! Weet je wel dat ze hele scherpe tanden hebben! Haha, nee daar had ik nog niet over na gedacht en ik heb trouwens ook geen idee wat ze eten. Maar voor de zekerheid houd ik toch mijn handen maar binnenboord. Er bekruipt me een gevoel alsof wij een van hen zijn en met hen op reis. Ik moet me bedwingen om niet het water in te springen en met ze mee te zwemmen, dat zou wat zijn!
Dan is de groep toch echt voorbij. Ik kruip mijn bedje weer in en hoor even later nog dolfijnen langskomen. Deze maken duidelijk een ander geluid. Het zijn de kleine dolfijnen, met de lichte buik, 'wietieuw, wietieuw' zeggen ze. Maar Marijn roept me er al niet eens meer voor. Zoveel mooie zeedieren hebben ons deze oversteek al bezocht. Overweldigd door deze prachtige ontmoeting val ik nog eventjes in slaap.
De volgende dag varen we het continentaal plat op en wordt het tijd een beslissing te nemen over de haven van bestemming. We zouden over twee dagen al in Plymouth kunnen liggen, als het weerbericht klopt, maar volgens onze nieuwe weercommandant, Elskarin, blijft het ook daarna nog even mooi weer. We besluiten de koers dus ietsje te verleggen en op Cherbourg af te varen. Dan zijn we al dichterbij België, waar Jari en Isa op vakantie zijn en vanaf waar ze weer met ons mee komen varen.
Met goede wind stuiven we die kant op, we zijn echter moe en worden een beetje laks. De wind is vlagerig en we zouden het fijn vinden een beetje rustige nacht te genieten. Daarom varen we alleen op de fok, plat voor de lap, in plaats van een gereefd grootzeil met een kleinere fok te loevert te voeren. Met de voorspelling voor morgen lijkt het allemaal toch niet zo veel uit te maken.
Die nacht genieten we inderdaad van de rust en het gemak waarmee de Deinemeid vaart. We hebben een beetje stroom mee en maken zo toch nog een hele nette snelheid.
De laatste 25 mijl voor we Cherbourg bereiken, krijgen we de stroom echter tegen. Als we in de stroomtabellen kijken, zien we dat we hier wel 6 knopen stroom tegen kunnen hebben. We varen wat om, om de ergste tegenstroom te ontwijken. We overwegen nog even om naar een van de kanaaleilandjes te vluchten, maar besluiten uiteindelijk maar gewoon tegen de stroom in te batsen. Gelukkig trekt de wind weer wat aan en met vol tuig én de motor op flinke toeren, knallen we door het water. Het log geeft wel 7,5 knoop aan. Over de grond mogen we echter al blij zijn met een snelheid van 4 knoopjes, wat lang niet altijd gehaald wordt. Maar het goede aan getijdestroom is dat ze ook weer kentert. Na een paar uur tegen de stroom in raggen, wordt ze aanzienlijk zwakker en met een mooie knik in de schoot varen we op de haven ingang van Cherbourg af. Hier voeren we een kleine twee jaar geleden uit, de andere kant op. Toen stonden we nog maar aan het begin van een prachtig avontuur dat nu toch echt bijna voorbij is. Als we door de pieren gaan is de cirkel voor het eerst echt duidelijk gesloten en we juichen en springen om ons geslaagde rondje over de Atlantische oceaan te vieren.
Wouw, wat een mooie tijd hebben wij mogen beleven, wat een indrukwekkende natuurfenomenen hebben wij gezien, wat een lieve mensen hebben wij ontmoet, wat een culturen geproefd en dieren gezien, wat hebben we heerlijk kunnen zeilen, zwemmen, wandelen en feesten en wat was ook deze laatste oversteek weer adembenemend!

Met een grote glimlach en een kleine traan is de cirkel rond.


 Met iedere volgende stap die we op Flores zetten wordt er een gedachte alsmaar sterker: dit is te mooi om waar te zijn! Niet alleen is er internet in de haven, heerlijk water, 220 volt stroom, is de haven goedkoop, zijn de mensen vriendelijk, is het weer fijn en het eten spotgoedkoop. Nee, bovenop dat alles is Flores super netjes verzorgd, heeft een daverende natuur en om ieder hoekje is wel weer een openbare barbequeplaats, openbaar toilet, picknicktafel, waterdrinkpunt, tentenplaats of uitzichtpunt. En alles aangegeven met de meest prachtig vormgegeven bordjes en tegeltjes. Marijn heeft het over Europese subsidies, maar het kan me vrij weinig schelen hoe het kan, profiteer ervan!


Dus we gaan lekker uit eten, kopen goedkope doch heerlijke wijn in en barbequen aan het strand.
De Belgen die we op zee hadden ontmoeten blijken ook op het land erg leuke mensen te zijn. Samen rijden we een dag lang met een autootje over het eiland en genieten van al het groen en de vele bloemen. Na de Carieb is dit al overweldigend groen, maar na 4 weken op zee is het helemaal een enorm contrast.


Al na een weekje gaan we echter weer door naar het volgende eiland: Terceira. Carel komt ons bezoeken en we willen natuurlijk niet te laat komen! Het is zo lang geleden dat ik hem gezien heb. Met een mooi knikje in de schoot scheuren we naar Terceira. Onderweg komen we langs Sao Jorge, zien we de punt van Pico en zien we Graciosa liggen.
Als we aankomen op Terceira is het groot feest en de haven is behoorlijk vol. Ook hier kijken we onze ogen uit. Angra de Heroismo, zo heet de hoofdstad waar we liggen, staat op de werelderfgoed lijst en dat is niet voor niets. Ook hier is alles weer tot in de puntjes verzorgd. Om de 20 meter vind je een prullenbak met opties voor papier, plastic, glas of overige. We luisteren naar traditionele muziek en genieten van locale biertjes en hapjes. Dan wordt het ons echt te druk en we vluchten naar Praia da Vittoria, alweer zo'n mooie naam en ook zeker een superleuk stadje. Het ligt vlak bij het vliegveld en aangezien Carel morgen komt is dat mooi meegenomen.
Als hij er dan eindelijk is knuffel ik hem half plat en kan bijna niet meer stoppen met praten, ik wil zoveel vertellen, maar het is nou eenmaal niet mogelijk om 7 maanden even in woorden om te zetten.
We vinden een superleuke duikclub, want daar ontkom je niet aan als je met Carel op vakantie bent.
Ook huren we een auto en kunnen zo het eiland bezichtigen. We vallen van het ene natuurschoon in het andere: van dampende lavagrotten in een prachtige duik langs een muur bij een eilandje, van de top van een krater in natuurlijke zwembaden tussen de rotsen.






Naast de indrukwekkende natuur is er cultuur in overvloed. We gaan nog eens naar het festival in Angra, bezoeken daar een locaal tentje waar we voor 15 euro met zijn drieën heerlijk eten en drinken, kijken naar traditionele dansen, o ik wou dat mijn oma's dit konden aanschouwen, geweldig!
Maar niets was zo spannend als waar we toen in terecht kwamen:
We rijden een straatje in een buitenwijk van Angra in, hier ergens zou het moeten zijn. We zien veel geparkeerde auto's, maar verder niets. We besluiten ook een plekje te zoeken en te voet verder te gaan.


Eerst komen we langs een aantal kraampjes met eten en drinken, dan staan er twee dikke witte lijnen op de straat getekend. Voorzichtig lopen we verder, direct komen er mensen op ons af om ons te waarschuwen:' pas op hoor, hij kan er ieder ogenblik aankomen!'. Maar met weinig plek om ons te verschuilen in het eerste stukje straat, moeten we toch nog even verder. Daar vinden we een voortuin waar we bij in mogen. Het hek is dichtgetimmerd met houten planken. Er lopen jongens over straat met rieten manden, LESSIELESSIELESSIEEE! Ze verkopen zoetigheid en chippies, maar blijven voortdurend om zich heen kijken, ze willen niet verrast worden. Dan komt er een groep mannen de straat in gerend, ze stuiven voorbij en springen over de hekken van de voortuintjes. Daar is ie, de stier!


Aan een super lang touw staat een prachtige stier, hij kijkt om zich heen, lijkt soms bijna ongeïnteresseerd, maar spurt dan ineens een kant op, om daar iemand op zijn horens te nemen. Er zijn mannen in witten hemden met zwarte hoedjes, die proberen hem wat af te remmen aan het lange touw als hij te hard gaat. Maar zelfs met 5 sterke mannen kunnen ze hem niet echt tot stilstand brengen.




De stier is nu heel dicht bij ons. Ik vertrouw niet meer op de veiligheid van het hekje en klim een muurtje hogerop, waar ik me aan een paal vasthoudt. De stier beukt met zijn horens tegen de planken aan die voor het hekje getimmerd zijn en de bovenste breken er zo af. Wauw, wat is dit spannend!
Af en toe gooit een waaghals zich voor de stier en het lijkt alsof je echt stoer bent als je hem op zijn neus weet te tikken, of door hem op de neus genomen wordt. De grootste waaghalzen krijgen groot applaus, wat waarschijnlijk deel van de motivatie van de jonge mannen is. Dan horen we twee vuurpijlen, vlak achter elkaar en is het voorbij. Wat een belevenis.



Later komen we toevallig nog eens langs zo een schouwspel, maar dan besluiten we het op veiliger afstand aan te kijken.


Zo vermaken we ons prima en voor ik het weet is papa al weer naar huis.
We maken de boot klaar en rusten nog wat uit. We ontmoeten andere reizigers, hebben het gezellig, maar zijn vooral bezig met de reis terug naar het Europese vasteland. Ik maak nog een prachtige grotduik met de leuke duikschool. We houden het weer goed in de gaten en hopen dat een pakje waar we op wachten er op tijd is, zodat we ons vertrek daar niet voor uit hoeven te stellen.

Een ding is zeker; we willen heel graag nog eens terugkomen om nog meer van de Azoren te zien!

zondag 28 juni 2015







Dag 1

Eindelijk is het zover, we zijn echt vertrokken! Na vele dagen wachten, wachten en wachten zijn we dan echt op weg. Azoren, we komen eraan! Hopelijk zit het weer mee. Als het een beetje voorspoedig gaat kunnen we over een goede twee weken al op Flores aankomen. We zwaaien Anguilla uit als laatste land dat we voorlopig zullen zien.



Dag 2

Helaas werkt de WC niet meer. Er was een heel mooi klein visje dat zich verstopt had in de waterinlaatafsluiter, arm beestje. Ook de afwasbak is gebroken, en we hebben geen tweede gekocht.
Het weer is prachtig, maar de wind is niet erg constant. We blijven de hele dag door zeilen wisselen. 's Avonds varen we een koufront in met veel buien en draaiende winden.

Dag 3

In het begin van de middag lijken we weer wat vrij te komen van het koufront. De knobbelige zee wordt langzaam rustiger en 's avonds varen we onder een prachtig heldere sterrenhemel. De wind is wat gedraaid en we kunnen niet onze ideale koers varen. We zitten op de grootcirkelroute naar Bermuda.



Dag 4

De wind is erg zwak, een tijd lang maken we nog goed gang met onze mooie grote genua, maar 's nachts gaat de wind echt helemaal uit. Ik slaap lekker buiten in de kuip.


Dag 5

De zee is als een spiegel. Weerman Teun zegt dat we in een groot hoog zitten dat de komende dagen nauwelijks beweegt. Dat valt even tegen! Op de voorspelling die we voor vertrek hadden opgehaald zouden we nu de westenwind van een lage druk gebied noordelijk van ons moeten oppikken.
Na een halve dag blakte komt de wind voorzichtig terug. Met de gennaker erop gaan we eerst twee knoopjes, maar als de wind een beetje doortrekt alweer 6 knopen! Wauw, dit is te gek! Even denken we de westenwind gevonden te hebben waar ons hele plan op hing. 's Avonds varen we echter weer een front in. Dikke zwarte wolken verschijnen aan de maanloze hemel. Eerst wordt de wind erg zwak, dan begint hij alle kanten op te draaien, uiteindelijk is er toch een bui die zich op ons ontlaadt en in de stromende regen halen we snel het grootzeil eraf. Op alleen het zwaar weer fokje varen we verder.



Dag 6

Bij het krieken van de dag is de wind weer weg. We beginnen nu toch echt ongerust te worden, we hadden nu eigenlijk westenwind kracht 5 tot 6 in onze gedachten. Teuns weerbericht maakt duidelijk dat het laag waar wij op mee wilden liften plots sterk naar het noorden is getrokken en er nu een hoog tussen ons en dat laag in is gekropen. De zee wordt langzaam rustiger na de rotzooi van afgelopen nacht en hoe vlakker ze wordt des te beter kunnen we weer een beetje zeilen met het kleine beetje wind dat er staat. Er is een groep vogels die steeds naast ons neerstrijkt, wacht totdat we weer een paar meter verder zijn gedobberd, dan opvliegt en weer naast ons neerstrijkt. Het is een bijzonder gezicht. Misschien hopen ze dat we een visserschip zijn, dan komen ze nog bedrogen uit. Ik voer ze wat broodkruimels, maar die willen ze niet. Het is zo rustig dat ik waarachtig eens wat aan mijn studie kan doen tijdens het varen!



Dag 7

De volgende ochtend is de wind door geruimd naar het zuiden en wederom erg zwak. Als ik wakker wordt heeft Marijn de gennaker helemaal zelf er al opgezet en op kunstige wijze weet hij toch nog wat snelheid te behalen. We komen af en toe een speciaal soort kwal tegen die er uitziet als een scheepje, het Portugese oorlogsschip. Ze zijn erg leuk om te zien, maar ook heel erg giftig. Niet aankomen dus! De wind gaat weer helemaal uit en we halen de zeilen eraf om ze niet te laten klapperen. Alleen op de stroom drijven we met een half knoopje de goede kant op. In de namiddag bouwt zich een zacht briesje op en zo we glijden de nacht in. De zonsondergang in sprookjesachtig met kleuren aan de hemel die ik daar nog nooit heb gezien.



Dag 8

De zee is vandaag nog vlakker dan gisteren. Regelmatig zien we stukken plastic voorbij drijven. Vanochtend wordt de plastic vervuiling echter wel heel triest verbeeld. Er drijft een grote dode vis langs met een plastic zak om hem heen gevouwen, een triest gezicht. Afgelopen nacht hebben we voor het eerst sinds maanden weer eens onder een deken geslapen. Je begint echt te merken dat we noordelijker beginnen te komen. We vieren dat we een week onderweg zijn met een geïmproviseerde mango-pinacolada. Dan is de wind weer uit en we dobberen weer wat. 's Nachts zien we dikke onweersbuien aan de horizon. Gelukkig komen ze niet te dichtbij.



Dag 9

Al vroeg in de ochtend komt de wind er aan. Langzaam neemt ze toe en al snel varen we met 6 knoopjes de goede kant op! Ook Teuns weerbericht ziet er veelbelovend uit. De stemming is goed en wordt alleen nog wat geremd door een gigantische onweersbui, aan wiens invloed we maar niet kunnen ontsnappen. Pas aan het einde van de dag zijn we echt een vrij. 's Nachts hebben we een prachtig windje dat ons een goede snelheid geeft over een vlakke zee onder een daverende sterrenhemel.



Dag 10

We varen een koufront in dat bij een laag hoog in het noorden hoort. Gelukkig lijkt het front niet zo sterk. We krijgen advies van de weercommandant om een stuk van de route af te varen, om daar beter weer op te pakken. Sinds tijden hebben we weer eens een dagtotaal van boven de 100 mijl. We kijken iedere dag om 1600 UT hoeveel afstand we hebben afgelegd sinds de vorige dag om die tijd.
Als de avond valt verschijnen de onweersbuien weer aan de horizon. Lange tijd lukt het tussen de buien door te manouvreren. Uiteindelijk moeten we er toch aan geloven.



Dag 11

Het vervelende aan een onweersbui is, naast dat je op moet passen voor de bliksem, dat de wind enorm draait. Op sommige plekken waait het zelfs tegenovergesteld aan de gangbare windrichting! Dat verklaart waarom het soms bijna onmogelijk lijkt om onder zo een bui uit te varen. Pas aan het einde van de ochtend zijn we vrij van de bui waar we vannacht ingevaren zijn. Het wordt ons nu wel goed duidelijk dat het afgelopen is met ons Caribische zeilleventje. We trekken ons oliegoed aan en hebben het af en toe echt een beetje koud! De hele dag blijven er veel buien. Het meest frustrerende hieraan is nog niet zozeer de regen, maar vooral dat de buien vaak alle wind op lijken te slurpen. Je hebt dus of helemaal geen wind of meteen weer hele harde wind. Daarbij draait hij ook nog eens alle kanten op. Niet echt ideale zeilomstandigheden dus en best vermoeiend. Zo lag ik net een paar minuutjes in mijn lekker bedje als Marijn me wakker maakt. Ik hoor de steeds sneller draaiende schroefas en weet meteen wat er aan de hand is. Zo snel als ik kan trek ik wat aan tegen de regen en daaroverheen mijn reddingsvest. Buiten klik ik me vast aan de life-line en loop voorzichtig naar voren, terwijl de golven de Deinemeid op en neer gooien. Als ik bij de mast aan kom zet de bui echt door. Het grootzeil staat al te klapperen, maar toch wordt de Deinemeid nog schever geduwd. Zo snel als ik kan gooi ik de kluiverval los en kruip naar voren om het zeil naar beneden te trekken. Er spoelen bakken met water over het voordek. Ik knoop het zeil goed vast zodat het ook in deze omstandigheden mooi blijft liggen. Met dit tuigje varen we verder en met gepaste snelheid varen we verder. 's Ochtend heel vroeg trekt de wind nog verder aan en halen we ook het grootzeil eraf.



Dag 12

Het waait flink, 8 tot 9 Beaufort en met alleen het kleine zwaar weer fokje omhoog proberen we de hoge steile golven te beklimmen. We zitten veel binnen, proberen wat uit te rusten en worden lekker door elkaar geslingerd. De hemel is grijs. Toch heeft het ook wel wat gezelligs, zo met zijn tweeën op het grote bed in het dagverblijf. Aan het einde van de dag varen we de trog uit. We zien blauwe lucht en de wind is zuid oost. Dat is ideale wind voor ons! Het is een bizar gezicht hoe duidelijk de lijn is waar het weersysteem verandert. Het vervelende voor ons is dat, nu we die mooie wind hebben. We hem niet kunnen gebruiken! De golven zijn zo steil, hoog en brekend dat als we maar een beetje snelheid maken de boot genadeloze klappen krijgt. We varen een tijdje de verkeerd kant op en besluiten dan bij te gaan liggen, om in ieder geval niet verder van ons doel af te geraken. Het voelt zo oneerlijk, nu hebben we eindelijk wind uit de goede richting, kunnen we hem niet benutten! Maar ja, de zee doet niet aan eerlijk en oneerlijk.



Dag 13

De Deinemeid ligt rustig op de golven. Ze ligt bij en verdaagt langzaam richting het oosten. Door het slechte weer is de satelliet ontvangst slecht, wat tot onrust zorgt bij het thuisfront,heel vervelend. Gelukkig weten we voor de avond nog contact te maken om te laten weten dat alles goed is. We hopen zo dat het weer morgen beter is, zodat we weer een stukje kunnen zeilen!



Dag 14

We verbrengen weer het grootste gedeelte van de dag binnen. Soms lijkt het even op te klaren, maar dan komt toch de volgende bui er weer aan. Er vaart een vrachtschip langs dat we om een plaatselijk weerbericht vragen. In plaats van de gehoopte bevestiging van zuid oost 5 komt hij met een voorspelling van oost 8, bah, dat is balen! Ik hoop zo verschrikkelijk dat hij het bij het verkeerde eind heeft, maar voor de zekerheid trekken we toch alvast het derde rif in het grootzeil voor de nacht. We kijken een filmpje om de tijd te doden. Het lijkt wat rustiger te worden en ik besluiten de wind te meten. Het waait een goede dertig knopen. Als de zee nu nog wat rustiger zou worden kunnen we morgen misschien eindelijk weer een stukje varen!



Dag 15

Met het derde rif in het grootzeil en het zwaar weer fokje erop worden we dan eindelijk weer losgelaten. Zelfs de zon laat zich af en toe zien! Al na een paar uurtjes kan het derde rif eruit en nog twee uurtjes later de kluiver erop getrokken worden. De zee is nog onstuimig, maar het weer is prachtig! Met een stevige bries stevenen we met goede snelheid weer eens op de Azoren af, dat hadden we echt even nodig, heerlijk!

Dag 16

Vandaag is oma Osinga jarig. Misschien dat er daarom zoveel goede dingen gebeuren. 's Ochtends is het al prachtig zeilweer, we gaan met 6 knoopjes de goede kant op en de zon schijnt. Dan zien we de eerste zeilboot sinds twee weken en we kletsen wat over de marifoon. Het is echt een heel apart gevoel zo met twee scheepjes elkaar te ontmoeten midden op de oceaan. Het voelt bijna alsof die mensen daar op dat andere scheepje onze beste vrienden zijn. Misschien een soort van 'beter een goede buur dan een verre vriend'. Ze hebben ook net een paar dagen in de trog vertoefd, maar hebben nu een heel positief weerbericht. Dat is natuurlijk altijd fijn nieuws.
Dan zie ik ineens wel hele rare puntige golfjes, gevolgd door dikke splashes. Maar dat zijn geen golfjes, dat zijn walvissen! Wauw! Het gezelschap van walvissen, vliegen vissen en vogels maakt me gelukkig. Bij zonsondergang krijgen we ook nog eens bezoek van een groep speelse dolfijnen. Deze dag is heerlijk. Wat een traktatie, gefeliciteerd lieve oma!



Dag 17

We hebben alweer mooi weer! Over een rustige zee glijden we met 5 knoopjes de goede kant op. Marijn is moe en heeft wat moeite met het wachtsysteem dat we dit keer volgen. Vorige keer deden we wachtjes van 3 uur. Ik vond dat verschrikkelijk omdat ik steeds net niet lang genoeg kon slapen. Nu ik twee keer 4 uurtjes kan slapen voel ik me behoorlijk goed. Marijn vindt 4 uur op wacht echter lang en heeft het laatste uur vaak veel moeite om wakker te blijven. Ook kan hij vaak niet slapen als hij het juist wel mag, lastig. Ik bied een voorbijvarend vrachtschip dat op een paar honderd meter passeert, wat pannenkoeken aan, maar ze kunnen er niet om lachen. Het is weer heerlijk rustig. In de namiddag krijgen we weer bezoek van een groep dolfijnen. Ze springen en zigzaggen voor de boeg langs onder aanmoediging van Marijn. We hebben een record afstand gevaren voor deze reis en genieten ervan!



Dag 18

In de loop van de dag neemt de wind steeds verder af. Het is warm en we besluiten dat we wel weer een toe zijn aan een wasbeurt. Omstebeurt moeten we eraan geloven. We gooien putsen met koud oceaanwater over elkaar heen, wat tot enige uitroep van kreten leidt. Met zonsondergang krijgen we nog bezoek van een groepje Pilot Whales.

Zoek de Portugees!

Dag 19

De wind is weer zwak en we varen nog een kleine twee knoopjes. Teun zegt dat, als we er over een week nog niet zijn, we een heel eind naar het zuiden moeten varen om een gigantisch lage druk gebied te ontwijken. Daar zaten we nou net niet op te wachten, dan duurt het nog een week langer! Naja, de voorspelling is nog ver weg, dus er kan nog van alles veranderen. Daar hopen we dus maar op. Of dat we anders in ieder geval op tijd op Flores zijn. We besluiten een stukje te motoren. We verrichten wat reparaties aan het kleine fokje. Er drijven enorme plastic gevaartes voorbij, we zien weer walvissen en helaas ook een grote dode schildpad, die omsingeld wordt door een haai. Bizar wat je allemaal tegenkomt op zee! 's Avonds zijn er al weer walvissen en dolfijnen. Er zwemt zelfs een dolfijn door het pad dat het maanlicht op de zee werpt, als in de film.



Dag 20

We hebben weer wind! Het is zo heerlijk om weer wat gang te hebben op zeil. Onderweg zien we het water langzaam van kleur veranderen. In de Carieb was het nog diep blauw, nu lijkt het steeds een beetje groener te worden. 's Nachts zijn er weer veel buitjes.



Dag 21

We hebben super wind en met soms wel 8 knopen vliegen we over de zee. We varen een nieuw record voor deze reis:141 mijl in een etmaal. In de loop van de dag neemt de wind steeds verder toe en we maken het zeiloppervlak steeds kleiner. Op advies van Teun maken we wat zuid om morgen nog hardere wind te ontlopen. Hierdoor liggen we dwars op de golven en maken af en toe lekkere glijders. Tevens is het de dag van de laatste sinaasappel. Ik sta er echt van verbaast hoelang we nog vers groente en fruit hebben en dat zonder koelkast. Teun komt met het verlossende bericht dat het gigantische laag dat midden op de oceaan zou ontstaan van de kaart is. Dit is echt een last die van onze schouders valt. Natuurlijk willen we nog steeds graag lekker doorvaren, maar dat de druk van die mogelijke deadline er niet meer is, verbetert de gemoedstoestand aanzienlijk.



Dag 22

Er staat een stevige wind, maar niet zo hard dat het onprettig is. De lucht is blauw met pluizige witte wolkjes. Af en toe surfen we flink op de golven mee, heerlijk! Alweer breken we een record, dit keer 152 mijl. 's Avonds krijgen we een koufront waar we onderdoor hoopten te zeilen toch nog over ons heen. In de eerste bui die ons te pakken heeft gaat de wind bijna geheel uit en op de woelige zee worden we flink door elkaar geslingerd. Ik laat Marijn nog even slapen en probeer er het beste van te maken. Als hij wakker wordt gijpen we en proberen weer wat meer de goede kant op te varen. Tijdens het gijpen blijft alles wat maar kan blijven hangen, ook daadwerkelijk hangen. Ik scheld op de touwen en de dingen waar ze achter blijven hangen. Als ik weer in de kuip kom zit ik er helemaal doorheen. Ik ben verschrikkelijk moe, ik had zo mijn best gedaan om mezelf op te peppen, verwachtte weer wat mooier zeilweer na de harde wind en nu we weer de goede kant op kunnen varen, krijg je dit: geen wind, bakken nattigheid, een boot die tekeer gaat als een dolle stier op de golven terwijl de zeilen heen en weer flapperen en blokken heen en weer worden geklapt. Daarbij stoot ik ook nog eens mijn hoofd, doet mijn buik pijn en stoot ik mijn stroombotje tegen de lier. Ik heb met Marijn te doen dat hij me zo tekeer moet zien gaan, maar toch laat ik mezelf even uitrazen. Na de gijp zeg ik sorry, gelukkig begrijpt hij precies hoe ik me voel. Marijn geeft me een dikke knuffel en kruipt dan zijn bedje weer in. Ik laat hem een uurtje langer liggen als compensatie voor de slaaponderbreking en probeer mezelf weer wat op te vrolijken, wat aardig lukt.



Dag 23

Met mijn oliejas aan zit ik buiten in de stromende regen. Het voelt als mijn eigen kleine tentje. Het blijft tot het eind van de middag nat en buiig. Dan varen we gelukkig het koufront weer uit. De scheidslijn is overweldigend duidelijk te zien, prachtig! Na een smalle windloze rand trekt de wind geleidelijk weer wat aan en aan het einde van de dag toont de GPS zelfs af en toe een ETA, we beginnen in de buurt te komen, nog minder dan 500 mijl! 's Avond weer dolfijnen, dol fijn!



Dag 24

's Nachts is de wind afgezwakt en tegen gedraaid. We horen een ander jacht op de marifoon dat een weerbericht van zwakke tegenwind doorgeeft. Net als wij hadden ze verwacht er nu toch binnen een paar dagen te zijn. De sfeer bij hen aan boord is dan ook niet al te best. Ook bij ons moet dit even verwerkt worden. Als Marijn Jari en Isa aan de telefoon heeft, staan de tranen in zijn ogen. De duur van de tocht begint langzaam zijn tol te eisen. Als een cadeau krijgen we 's avonds een buien gebied waarin de wind wat krimpt en we Flores ineens weer bezeild hebben. Het is nu pakken wat je pakken kan!



Dag 25

De wind is nog steeds noordelijk en neemt zelfs zover toe dat de grote genua eraf kan en we weer standaard tuig kunnen varen. We ontvangen een veiligheidsbericht van een catamaran, over een groot stalen voorwerp dat ze voorbij zagen drijven. Het blijkt dat de bijbehorende positie achter ons ligt, toch houden we een extra scherpe uitkijk.



Dag 26

De wind is nog wat aangetrokken en met 7,5 knoop stevenen we recht op Flores af, dit hadden we echt niet durven dromen! Door de vele windshifts moeten we een beetje bijsturen. We zitten weer in een trog, maar dit keer een waar we blij van worden; hij brengt ons snel de goede kant op in plaats van ons vast te houden.



Dag 27

Alweer een prachtige zeildag. De zee wordt rustiger, maar de wind is nog sterk genoeg om goed te kunnen zeilen. Jammer genoeg is de wind tegen gedraaid en komt nu recht vanuit Flores. We kruizen er dus lustig op los. Ik voel me super vrolijk. Ik denk doordat ik heel lekker geslapen heb en ook doordat het eind nu echt in zicht komt. 's Middags hebben we een bijzondere ontmoeting met vermoedelijk een Tsjech. Hij komt vrolijk op nog geen honderd meter voor ons langs varen en reageert pas als hij voorbij is op de marifoon met de verontwaardigde opmerking dat hij ons heust wel gezien had. Ik dacht dat hij problemen had, misschien geen stroom meer had en expres op ons af kwam varen, zo dicht bij kwam hij! Maar dat bleek dus niet het geval.



Dag 28

LAND IN ZICHT!!!



Na vier weken op zee zien we weer land! Met het verschijnen van het eiland heeft de wind ons echter verlaten. We besluiten de hulp van mr. Perkins, onze motor, in te schakelen en brommen een uurtjes op het eiland af. Maar we hebben geluk en na een uurtje kunnen we weer verder kruizen. Marijn is helemaal kapot en hoeveel energy drink ik hem ook voer, echt wakker wordt hij niet meer. Het is fijn dat we er bijna zijn. Als toefje op deze mooie reis komen er nog twee potvissen op een of twee scheepslengtes afstand voorbij. Wat een gebied is dit! Flores ziet er prachtig uit en verwachtingsvol en uitgeput varen we de haven binnen waar we feestelijk ontvangen worden door eilanders en zeilers die net voor ons binnen zijn gekomen. Dankjewel zee, dankjewel wind en natuurlijk dankjewel lieve, mooie, stoere Deinemeid, het was weer heel erg bijzonder!