zondag 28 december 2014



Na een bijna een jaar in Trinidad en Tobago gebivakkeerd te hebben voelt het bijna of we opnieuw aan onze reis beginnen. We weten ons nog voor kerstmis los te worstelen van onze lieve en bijzondere vrienden, hoewel ik afscheid nemen nooit leuk ga vinden vrees ik. Als we uiteindelijk de boca uitvaren de Caribische zee op, lijkt het of ik me alweer in een nieuwe wereld bevind. Woonboot, Trinidad, op zee, hoeveel levens kan je tegelijkertijd leiden? Het valt me op dat het switchen me steeds makkelijker af gaat. Na een dag of twee lijkt al het andere zo verschrikkelijk ver weg. Hoewel ik nog steeds af en toe over PVC leidingen droom, hetgeen me een bewijs van verbintenis tussen mijn verschillende levens lijkt. Maar goed, het is wel duidelijk dat ik weer tijd heb om na te denken. We zijn dan ook al weer heerlijk aan het zeilen!



De zee is vrij hobbelig van Trinidad naar Grenada, waarschijnlijk om maar meteen goed ingeslingerd te worden. Het is wel mooi bezeild en er staat ruim wind genoeg. Als we net Grenada aan de horizon zien verschijnen, zien we voor ons in het water een lijn van zeewier zover je kan kijken. We kunnen dan ook niet anders dan er dwars doorheen varen. De lijn is slechts een centimeter of 20 breed. Aan deze kant van de lijn is het water duidelijk donkergroenig. Op het moment dat we de lijn gepasseerd zijn, wordt het water direct diep helder blauw. Wat een kleur! We vermoeden dat hier echt de invloed van de Orinoko rivier ophoudt.


Ruim voor het donker komen we aan in Prickly bay. Ik was van tevoren gewaarschuwd dat het erg druk zou zijn. Er liggen dan ook best wat boten. Toch heerst er een soort rust, die zich over het hele eiland verspreidt lijkt te hebben. Wat een verschil met Trinidad! Zo dicht bij elkaar, maar zo anders. Geen partyboten, een zeer behulpzame douane officier, geen groten speakers, maar ook geen feestjes waar je zomaar voor wordt uitgenodigd al ben je een volstrekt vreemde.


Nadat we de volgende ochtend hebben ingeklaard (op maandag is het goedkoper dan op zondag), varen naar een baai aan de westkust van het eiland. Het is een paar uurtjes varen naar St. Georges, de hoofdstad van Grenada, waar een vriend van ons, Miguel de vrolijke Spanjaard ligt. We kijken wat rond in de stad en gaan met Miguel naar het happy hour van de marina. Nog een groot verschik met Trinidad is de rumpunch. Drie drankjes en gevloerd! Of het de speciale combi van rummetjes is, de knalroze kers die erin drijft of de verse nootmuskaat, waar het eiland beroemd om is, blijft onduidelijk.


We hebben de smaak van het zeilen echter weer te pakken en laten Grenada al weer achter ons. Hoewel er hier vast nog veel meer te ontdekken valt. Als je wilt kan je er decennia over doen om enkel de Carieb te doorkruisen. Op de laatste avond zijn er zware gesprekken aan de bar over reizen en loslaten versus heimwee en het verzorgen van je wortels. Blijkbaar ben ik niet de enige met dit dilemma. Interessant is wel dat twee ervaren zeilers met compleet tegenovergestelde verhalen komen. Uiteindelijk moet je het toch altijd zelf weer uitzoeken. Je hebt zoals altijd weer gelijk opa!



Genoeg om op het water over na te denken dus. We kruisen erop los, pakken de windshifts en zeilen tegen de schemering Tyrrel bay op Carriacou binnen. Voldaan drinken we een biertje in de kuip en lachen om de maffe Duitse buren, die heerlijk staan te feesten en dansen en er zo te zien al heel wat op hebben. Gelukkig houden ze van goede muziek!




Carriacou is een klein eilandje, met zo'n 7000 inwoners. Het is ongelofelijk hoe vrolijk en ontspannen de mensen hier zijn. Het is duidelijk dat ze hier aan toeristen gewend zijn, maar dat het hier verpest is, zou geen moment in mijn gedachten opkomen. We nemen een busje naar de andere kant van het eiland. Een paar oude zeemannen zitten rum te drinken in een barretje aan het strand. Naast het barretje is een stukje land waarop houten zeilboten gebouwd worden. Eentje om te racen, eentje om vracht mee te varen. Hier doen ze het gewoon nog! We zien een zeilend vrachtschip voor het strand liggen dat we ook op Grenada hadden gezien. Toen waren ze aan het laden. Bier, fris, snacks. Waarschijnlijk is het flesje cranwater dat ik in mijn hand heb door die boot hiernaartoe gebracht. Een van de oude mannen vertelt over zijn tijd als zeeman. Hij is ook in Rotterdam geweest, verteld hij trots. Waarna we verschillende plaatsen op de wereld bespreken en waar ze ook al weer liggen. Als het aan hem ligt zijn we nog wel ff onderweg!